Hello this is Vragen over PTSS

Op deze pagina vind je vele vragen mét antwoorden over PTSS. Staat je vraag er niet bij, neem dan contact op.

PTSS staat voor Post Traumatische Stress Stoornis.

Bij een post traumatische stress stoornis heb je blijvende klachten ontwikkeld na een traumatische gebeurtenis; denk aan een ongeluk, mishandeling, misbruik of geweld. De wijze waarop je bedreigingen waarneemt en je reactie op de bedreigingen is verstoord. Zo kan het zijn dat je de gebeurtenis herbeleeft, negatieve gedachten en gevoelens ervaart, fysieke klachten hebt of dat je continue alert en oplettend bent.

Als je de diagnose PTSS gekregen hebt, dan is het goed voor te stellen dat er best wel wat op je afkomt. Je hebt ineens een stempel gekregen; een label dat wellicht de nodige gevoelens en gedachten oproept. Misschien is er ook een stukje blijdschap, omdat je weet wat er aan de hand is en je meer duidelijkheid hebt. En je hebt ongetwijfeld een hoop vragen: hoe nu verder? Kom ik er ooit vanaf? Wat kan ik doen om me beter te voelen?

Heb je een goed gevoel bij de hulpverlener die de diagnose gesteld heeft, dan kun je met deze persoon onderzoeken hoe je je klachten aan gaat pakken.
Twijfel je hierover, dan is het raadzaam contact te zoeken met je huisarts of een ander vertrouwenspersoon die je kan helpen.

Vertrouwen is essentieel en cruciaal in alle volgende stappen die je gaat nemen. Ieder proces is persoonlijk. Er is geen ‘one size fits all’ oplossing. Ik spreek uit ervaring. Er zijn diverse hulpvormen, maar je moet zelf uitzoeken wat werkt voor jou. Zo zal het ene ding je wel aanspreken, goed voelen en je helpen terwijl je bij iets anders juist een averechtse werking krijgt of geen verschil voelt.

Dat is een vraag die niet eenvoudig te beantwoorden is. Het kan zijn dat je na het lezen van de informatie op mijn website, of elders, dingen herkent. Het feit dat je dingen herkent, wil nog niet automatisch zeggen dat je PTSS hebt. Daarnaast heeft PTSS veel vergelijkbare symptomen met andere psychische aandoeningen. Het is belangrijk dat je eerst goed vast laat stellen wat er speelt; of je een aandoening hebt en zo ja welke. Zo voorkom je dat je verkeerde hulp krijgt en mogelijk nog verder van huis raakt. Mijn advies is: praat met je huisarts. De huisarts weet doorgaans waar je terecht kunt en kan je, indien nodig, doorverwijzen.

Als je merkt dat je langdurig en/of veelvuldig last hebt van een traumatische gebeurtenis of reeks ervaringen, dan is de eerste stap bewustwording. Het bewust worden en onderkennen dat je last hebt, is essentieel om een volgende stap te kunnen zetten. Een volgende stap kan zijn dat je gaat praten met je huisarts of een andere vertrouwenspersoon in je omgeving (denk bijvoorbeeld aan een vriend of vriendin, een familielid, je ouders, een mentor op school, de HR medewerker op je werk). Van daaruit kun je vervolgstappen ondernemen.

PTSS kan zich op diverse manieren uiten. Er is echter wel een aantal signalen waar je op kunt letten:

  • Je hebt een traumatisch ervaring gehad of gezien.
  • Je hebt flashbacks (interne herinneringen) aan een traumatische ervaring.
  • Je ervaart gezondheidsproblemen zoals bijvoorbeeld slaapproblemen, concentratieproblemen, hoofdpijn, hoge bloeddruk of futloosheid.
  • Je vermijdt situaties, locaties, ervaringen, gesprekken, triggers: alles wat je doet herinneren aan de traumatische ervaring.
  • Je merkt dat je veel angstiger bent, meer gespannen, een hoge mate van stress ervaart, schrikachtiger bent.
  • Je voelt je somber, hebt vaker negatieve gedachten, misschien zelfs gedachten aan suïcide.
  • Je bent ineens overdreven beschermend naar of juist bang voor de veiligheid van dierbaren.

Het kan zijn dat je jezelf of iemand in je omgeving in één of meerdere van bovengenoemde beschrijvingen herkent. Dit betekent niet perse dat je PTSS hebt. Het is goed om dat verder te onderzoeken door een afspraak met je huisarts te maken, of een andere vertrouwenspersoon waar jij je prettig bij voelt.

De kenmerken of symptomen van PTSS zijn onder te verdelen in vier hoofdgroepen, met verschillende uitingsvormen:

Opdringerige/hinderlijke herinneringen aan het trauma

  • Je hebt herbelevingen/terugkerende beelden van het trauma, waardoor het voelt alsof je het trauma opnieuw beleeft.
  • Je ervaart een hevige stress reactie (intense, fysieke sensaties en/of emotionele reacties) op dingen die je herinneren aan het trauma.
  • Je hebt nachtmerries over/door het trauma.


Vermijding

  • Je vermijd plaatsen, mensen en alle dingen die je aan het trauma doen denken, sensaties in je lichaam oproepen, emoties triggeren.
  • Je vermijd gedachten aan het trauma en wil niet over het trauma praten.


Negatieve gedachten en gevoelens

  • Je ontwikkelt negatieve gedachten over jezelf en je omgeving.
  • Je hebt moeite om fijne en positieve gevoelens te ervaren.
  • Je hebt moeite om dingen te herinneren – geheugenproblemen.
  • Je voelt je emotioneel verdoofd, afgevlakt, afgesneden van je gevoel.
  • Je vindt dingen die je voorheen leuk vond (hobbies, activiteiten) niet of veel minder leuk en hebt geen zin om ze te ondernemen.
  • Je hebt geen of veel minder behoefte aan contact met je naasten/dierbaren.
  • Je hebt geen of veel minder behoefte aan intimiteit en seks.

Verandering in fysieke en emotionele reacties

  • Je bent vaker en overmatig schrikachtig – de reactie staat niet in verhouding tot de gebeurtenis.
  • Je staat continue ‘aan’, bent voortdurend alert.
  • Je trekt je meer terug in je eigen leefwereld en vermijd vaker contact met de buitenwereld (inclusief dierbaren en directe naasten in je omgeving).
  • Je bent duizelig: vaker, heviger en misschien zelfs permanent.
  • Je hebt last van zweetaanvallen.
  • Je voelt je vaker en/of erg misselijk.
  • Je hebt moeite met slapen: inslapen en doorslapen. 
  • Je hebt moeite om te concentreren, bent snel afgeleid.
  • Je hebt vaker last van (intense) hoofdpijn.
  • Je ‘stapt uit je lichaam’; je maakt je los van je lichaam om zo jezelf als het ware te verdoven, niet aan het trauma te hoeven denken en de ervaring te vermijden, niet te hoeven voelen – dit heet dissociatie.
  • Je bent vaker en erger geprikkeld.
  • Je bent vaker en heviger boos.
  • Je ervaart hevige schuld- en/of schaamtegevoelens.
  • Je zoekt verslavende middelen (alcohol, drugs, seks, gokken, gamen) op, om jezelf te verdoven.


Je hoeft niet alle symptomen te ervaren. Het kan zijn dat je je slechts in een aantal herkent. Is dat zo, dan is het goed om contact op te nemen met je huisarts of iemand anders die je vertrouwt en erover te praten.

Iemand kan gedurende enkele dagen, weken of maanden PTSS-gerelateerde symptomen ervaren. Meestal verdwijnen deze weer. Heb je PTSS dan kan dit maanden, jaren en soms je hele leven lang klachten geven. Dit verschilt van persoon tot persoon en is mede afhankelijk van factoren als leeftijd, persoonlijkheid, de geboden hulp, de ernst en duur van het trauma. Ieder mens en ieder trauma is persoonlijk en wordt uniek ervaren. Je kunt dan ook geen tijdsduur aan PTSS hangen.

Veel mensen ervaren PTSS symptomen na een traumatische ervaring. Doorgaans gaan deze na enkele dagen, weken of maanden ook weer weg. Maar soms houden ze langer aan; jaren en soms een heel leven lang. Er is geen duidelijkheid te geven over óf, hoe en bij welke mensen PTSS overgaat. Het is altijd raadzaam om te praten met een gespecialiseerd iemand als je klachten ervaart.

De vraag is of PTSS te genezen is of dat je de symptomen behandelt. Genezing van PTSS/effectieve behandeling van de symptomen hangt van meerdere factoren af:

  • de ernst en duur van het trauma.
  • de leeftijd waarop het trauma heeft plaatsgevonden.
  • de mate van hulp
  • de intensiteit van de geboden hulp en het soort hulp dat verleend is
  • de snelheid waarmee hulp opgestart is; is er direct na het trauma/gebeurtenis hulp gestart of is hier een periode overheen gegaan, en zo ja, hoe lang is deze periode geweest?

Ervaar je klachten en vermoed dat je mogelijk PTSS of een andere aandoening hebt, dan is een belangrijk stap om naar je huisarts te gaan. Maar hoe bereid je je voor?

Maak een overzicht van alle klachten die je ervaart: fysiek, mentaal, emotioneel. Schrijf alles op wat je ervaart en probeer geen dingen achterwege te laten omdat je je hier mogelijk voor schaamt, het gek vindt om het op te schrijven of een negatieve associatie bij hebt.

Schrijf alle gebeurtenissen op die:

  • je als traumatisch ervaren hebt en/of
  • een grote impact/invloed op je gehad hebben (en wellicht nog hebben)
  • een hevig/overweldigend gevoel van angst, schaamte, woede en/of hulpeloosheid veroorzaakt hebben.

 

Schrijf alle medische informatie: denk aan medicijnen en supplementen die je gebruikt, eerdere diagnoses die gesteld zijn, fysieke of mentale gezondheidsproblemen.

Benoem dingen die je niet meer doet of vermijdt omdat ze je stress geven.

Noteer alle vragen die je nu al in je opkomen zodat je die tijdens het gesprek kunt stellen. 

Vind je het lastig of moeilijk om deze dingen op te schrijven, vraag dan hulp aan je partner, een vriend/vriendin of iemand anders die je vertrouwt.
En vind je het spannend of voel je je niet prettig om alleen het gesprek aan te gaan, neem dan iemand mee.

Een psycholoog of een psychiater.

Een psycholoog of psychiater onderzoekt je geestelijke gezondheid met behulp van vragenlijsten, instrumenten en gesprekken. Om de diagnose PTSS te krijgen, heb je minimaal één maand last van herbelevingen van het trauma en ten minste drie vermijdingssymptomen, waaronder 2 of meer negatieve stemmings- en cognitieveranderingen en minimaal twee symptomen van hyperarousal.

Bij negatieve stemmings- en cognitieveranderingen kun je bijvoorbeeld denken aan extreme boosheid, schaamte, schuldgevoel of angst.
En hyperarousal betekent dat je lichaam hyper alert reageert als reactie op het denken aan het trauma. Ook al is er geen werkelijk gevaar, het lichaam reageert wel alsof het gevaar is, met bijbehorende uitingen zoals bijvoorbeeld concentratieproblemen, slaapproblemen, verhoogde prikkelbaarheid en overmatig schrikachtig zijn. 

Er zijn verschillende soorten behandeling voor PTSS. Meestal ligt de focus op psychotherapie en cognitieve gedragstherapie. Ook sensomotorische psychotherapie, waarbij de aandacht ligt op hoe de klachten zich in het lichaam presenteren in plaats van de feitelijke gebeurtenissen, is een behandelmogelijkheid. Maar ook EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing), medicatie (al dan niet tijdelijk), ontspannings- en ademhalingstechnieken en massage zijn goede vormen van (aanvullende) behandeling. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat een combinatie van meerdere dingen voor mij geholpen heeft en nog steeds helpt. Door de jaren heen heb ik geleerd te voelen waar ik behoefte aan heb en daar mijn behandeling op aangepast.

Heb je PTSS dan is het belangrijk om professionele hulp te zoeken. Er zijn echter ook dingen die je zelf kunt ondernemen om jezelf te ondersteunen, zoals:

  • praten met dierbaren en/of mensen in je omgeving over je ervaringen, zorgen en klachten. Jij bent zelf degene die bepaalt wat je tegen wie vertelt. Voel niet de verplichting om aan iedereen in je omgeving uitleg te geven.
  • hulp vragen aan de mensen om je heen: directe familie, vrienden, je directe collega’s, etc. Jij bent verantwoordelijk voor jezelf en hoe je met de PTSS omgaat, maar een vangnet om je heen kan voor extra steun zorgen en je helpen.
  • je inlezen over PTSS; probeer zoveel mogelijk kennis te vergaren. Dit lijkt wellicht nutteloos of misschien heb je er (op dit moment) geen zin in. Uit ervaring kan ik zeggen dat het helpt. Als je kennis hebt, dan kun je de mensen om je heen beter om hulp vragen en vertellen wat er bij jou speelt.
  • geduld hebben met jezelf. Wees niet (te) streng voor jezelf en accepteer dat je tijd nodig hebt om dingen te verwerken en te accepteren.
  • voor afleiding zorgen; dit kan zijn door contact met dierbaren, een sport- of hobbyvereniging waar je je prettig voelt of een andere bezigheid die je positieve gevoelens geeft.
  • voor je fysieke lichaam zorgen; eet gezond en regelmatig, zorg voor beweging en voldoende slaap, probeer manieren van ontspanning te zoeken.
  • uit de buurt blijven van alcohol, drugs en andere verslavende middelen. Dit geeft misschien een snelle verlichting, maar is op de lange termijn veel schadelijker: ze kunnen namelijk de symptomen verergeren en het herstel moeilijker maken.
  • structuur aanbrengen in je leven. Ritme en regelmaat zorgen voor rust in je hoofd. Dat heb je hard nodig, met alle extra prikkels en prikkelgevoeligheid die je door de PTSS krijgt. Daarnaast kun je door het aanbrengen van structuur beter inschatten wat je wel en niet aankunt, je hebt meer overzicht; daardoor kun je beter voor jezelf zorgen.

 

Dit lijken misschien kleine, onbenullige dingen, maar ze kunnen net dat steuntje in de rug zijn dat je nodig hebt of je door een lastige periode helpen.

Bij mensen met PTSS werken de hersenen anders. Ze ervaren vaker dingen en situaties als bedreigend, terwijl dit in werkelijkheid wellicht niet zo bedreigend is. Dit komt omdat de werking van de hersenen verstoord is. Medicijnen die mogelijk kunnen helpen de overgevoeligheid van de hersenen te verminderen of meer evenwicht kunnen brengen in de werking van de hersenen zijn serotonineheropnameremmers en serotonine-noradrenalineheropnameremmers, zogenaamde antidepressiva.

Er zijn diverse dingen die je kunt doen als je iemand in je omgeving hebt die PTSS heeft.

Zo is het goed om je in te lezen over PTSS: kennis over het onderwerp kan je helpen in de omgang met de persoon en het geeft meer begrip.

Heb een luisterend oor. Iemand die PTSS heeft kan regelmatig de behoefte voelen om te praten over zijn ervaringen, gevoelens en gedachten. Al is het maar omdat hij makkelijk vastzit in zijn eigen wereld, steeds repeterende gedachten heeft, getriggerd wordt door allerlei zaken. Dan helpt het om dit te kunnen delen; door te praten, dingen te ventileren, kan er ruimte ontstaan om verder te kunnen. Tegelijkertijd is het belangrijk je te realiseren dat je iemand niet kunt dwingen om te praten; ook al zie dat je dat de persoon vastzit in zijn leefwereld. Soms is dat namelijk heel moeilijk en te heftig. Dus ja, bied een luisterend oor, maar ben je ook bewust dat dit niet altijd helpt.

Daarnaast ervaren mensen met PTSS de wereld vaak als onveilig. Op mensen kunnen vertrouwen is geen vanzelfsprekendheid voor hen en het is juist des te belangrijker dat de mensen die dicht bij hen staan betrouwbaar zijn. Open en eerlijk communiceren is essentieel, zodat je beiden weet wat je van de ander kunt verwachten. 

Wat je verder kunt doen is het gesprek aangaan: vraag wat de persoon met PTSS van jou nodig heeft en van jou verwacht. En wees eerlijk als je niet aan de verwachtingen kunt voldoen. Zo ontstaat er geen ruis in de communicatie.

Probeer de persoon met PTSS niet te veranderen. De klachten, beelden, emoties en ervaringen van deze persoon zijn reëel voor hem of haar. Dingen zeggen als ‘Het valt allemaal wel mee’, ‘Het is niet zo erg als je denkt’,  ‘Stel je niet zo aan’ en ‘Laat het los’ helpen niet! Sterker nog, ze maken de situatie vaak alleen maar erger. Bedenk dat de persoon met PTSS een andere belevings-, gevoels- en denkwereld heeft. Empathie, of in ieder geval je onthouden van kritiek, is erg belangrijk om te voorkomen dat de persoon met PTSS juist verder van je verwijderd raakt.

Vind je het lastig om met de persoon met PTSS om te gaan, dan is het raadzaam om zelf ook ondersteuning te zoeken. Dit kan in de vorm van een groep met lotgenoten zijn, maar ook een goede vriend/vriendin, dierbare of een vertrouwenspersoon op je werk is een mogelijkheid.

Verlies jezelf niet uit het oog. Het is goed dat je klaar staat voor de ander, maar je bent zelf ook belangrijk. Als je niet goed voor jezelf zorgt, dan kun je de ander ook niet helpen. Regelmatig stilstaan, bijtanken en tijd voor jezelf maken zijn belangrijk.

Begrip en geduld: twee zaken die soms lastig kunnen zijn, omdat je de persoon met PTSS als onredelijk of lastig ervaart, of niet goed kan begrijpen. Juist dan zijn begrip en geduld belangrijk. De persoon met PTSS heeft vaak geen controle over zijn gedrag en emoties, en er kunnen overal triggers zijn die het gedrag of de emoties aanzetten.

Help structuur, ritme en regelmaat te creëren: in jullie leven samen en in het leven van de persoon met PTSS. Iemand met PTSS heeft doorgaans veel minder energie. En prikkels komen vaker en harder binnen bij de persoon. Door te kijken wat je samen kunt doen, wat jullie beter apart kunnen doen, welke dingen te vermijden omdat het triggers zijn zorg je voor meer rust, begrip en duidelijkheid tussen jullie en in de leefsituatie.

  • Blootstelling aan geweld in een gevechtssituatie/oorlog
  • Mishandeling in kindertijd
  • Seksueel misbruik

PTSS is de Nederlandse term en staat voor Post Traumatische Stress Stoornis. PTSD is de Engelse term en staat voor Post Traumatic Stress Disorder.

PTSS wordt ingedeeld in het Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen als een psychotrauma- en stressgerelateerde stoornis.

Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Volgens het Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen is PTSS een stressgerelateerde stoornis. Stress ontstaat meestal als een reactie op mentale of emotionele druk. Heb je veel en/of langdurig stress, dan kun je de volgende klachten ervaren: verhoogde prikkelbaarheid, slaapproblemen, vermoeidheidsklachten, pijnklachten, mentale klachten.

Angst daarentegen wordt veroorzaakt doordat je aanhoudend en/of overmatig zorgen maakt over iets. De angst kan blijven bestaan ook al is de aanleiding er niet meer. Angst kan wel dezelfde klachten geven als stress. 

Het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen classificeerde PTSS voorheen wel als angststoornis, maar dat is dus inmiddels veranderd in een stressgerelateerde stoornis. Stress en angst liggen dicht bij elkaar en kunnen over en weer op elkaar reageren.

Als je de definitie van ziekte opzoekt dan vind je onder andere de volgende definities:

  • storing in de werking van een of meer van de organen
  • ziekte is een lichamelijke of psychische aandoening die een levend wezen belemmert in het normale functioneren.


Beiden zijn waar voor PTSS dus daarmee kun je PTSS classificeren als een ziekte.

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet eerst worden omschreven wat een stoornis en een persoonlijkheidsstoornis zijn.

Je spreekt van een stoornis als een persoon één of meerdere psychische klachten (denk bijvoorbeeld aan depressie, angst of een burn-out) heeft en deze klachten herkent als niet zijn normale functioneren.
Een voorbeeld: een persoon heeft een burn-out. Hij herkent en erkent dat hij een burn-out heeft, hij is zich bewust dat hij niet meer normaal kan functioneren en ziet een verschil met hoe hij voorheen functioneerde.

Bij een persoonlijkheidsstoornis heeft de persoon een of meerdere persoonlijkheidstrekken die uitvergroot zijn; denk bijvoorbeeld aan extreme onzekerheid, jaloezie, eigenwaarde, perfectionisme of woede. Vaak ziet de persoon zelf niet dat hij een probleem heeft. De uitvergrotingen belemmeren de persoon in het dagelijkse leven; hij kan niet probleemloos functioneren met en in zijn omgeving.

PTSS is geen persoonlijkheidsstoornis. Wel kan iemand met PTSS een persoonlijkheidsstoornis hebben. Ook kunnen de symptomen van PTSS en een persoonlijkheidsstoornis elkaar overlappen. Iemand met PTSS heeft vaker een persoonlijkheidsstoornis dan iemand zonder PTSS.

PTSS leidt tot diepgaande psychologische en fysiologische (betrekking hebbend op de functies in het lichaam) reacties. Het is niet mogelijk de gebeurtenis of de herinnering aan de gebeurtenis uit de hersenen te halen.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen acute PTSS en chronische PTSS, waarbij acute PTSS betekent dat de klachten doorgaans 1 – 2 maanden aanhouden en bij chronische PTSS duren de klachten langer dan drie maanden.

Ik vind het lastig deze vraag eenduidig te beantwoorden, omdat ieder mens anders is en dingen op zijn eigen manier, binnen zijn eigen referentiekader ervaart en verwerkt. Het kan zo zijn dat je geen klachten meer ervaart of dat deze vervaagd zijn, maar dat ze ineens weer getriggerd worden door een voorval, locatie of iets anders. Daarnaast zijn er mensen, waaronder ikzelf, die hun hele leven lang klachten ervaren. In beide gevallen komt dit omdat het ergens in de hersenen opgeslagen zit.
Ook het soort trauma, de duur van het trauma, de leeftijd waarop het plaatsgevonden heeft zijn van invloed op de PTSS.

Het is dus lastig te zeggen of PTSS per definitie chronisch is. Wel is het zo, dat als de PTSS onbehandeld blijft, de klachten veel erger en langer aan kunnen houden, mogelijk levenslang.

PTSS kan ontstaan nadat je een eenmalig of langdurige traumatische ervaring gehad, die je ervaren hebt als zeer stressvol, beangstigend of verontrustend. Voorbeelden van traumatische ervaringen zijn:

  • Meemaken of zien van een ernstige ongeluk
  • Zelf ervaren of ooggetuige zijn van fysiek of seksueel misbruik
  • Zelf ervaren of ooggetuige zijn van misbruik, inclusief kindermishandeling of huiselijk geweld
  • Blootstelling aan of ooggetuige van traumatische gebeurtenissen op het werk
  • Leiden aan ernstige gezondheidsproblemen, inclusief opnamen op de intensive care
  • Bevalling waarbij het kind bijvoorbeeld overlijdt, ernstig gewond raakt of gehandicapt is
  • Het overlijden van iemand die je dierbaar is
  • Ervaren van of ooggetuige zijn van oorlog, geweld, terroristische aanslag of marteling
  • PTSS kan zorgen voor een permanente verandering in de hersenen. De stress die een trauma veroorzaakt kan een enorme impact hebben op de hersenen. Een aantal gebieden in de hersenen wordt aangeraakt bij een stressreactie, waaronder:
  • de amygdala – dit is de alarmknop in de hersenen die geactiveerd wordt bij gevaar. Bij mensen die PTSS hebben is de amygdala hyperactief en reageert dus veel vaker dan gemiddeld
  • de hippocampus – dit deel is o.a. verantwoordelijk voor het opslaan en ophalen van herinneringen. Daarnaast kan het onderscheid maken tussen vroegere en huidige ervaringen. Bij mensen met PTSS kan de hippocampus kleiner zijn dan bij mensen die geen PTSS hebben.
  • de prefrontale cortex – dit is het deel in de hersenen dat emoties reguleert en weer voor rust in de hersenen moet zorgen na een stressreactie. Bij mensen met PTSS werkt de prefrontale cortex minder goed waardoor de hersenen onvoldoende of niet meer tot rust komen.

 

Buiten veranderingen in de structuur van de hersenen heeft PTSS ook invloed op de chemische processen in de hersenen. Dit heeft te maken met:

  • hormonen – dit zijn stoffen die in het lichaam aangemaakt worden en die via de bloedbaan de organen en weefsels aansturen om allerlei lichaamsfuncties te regelen)  en
  • neurotransmitters – dit zijn stoffen die signalen, voornamelijk zenuwimpulsen, doorgeven in de hersenen tussen zenuwcellen of spiercellen. 

 

Door PTSS kan het gebeuren dat sommige hormonen te veel of juist te weinig aangemaakt worden. Daarnaast kan de werking van de neurotransmitters beïnvloed worden. Iemand met PTSS heeft vaker en hevigere stress reacties, waardoor de impact in de hersenen groter is dan bij iemand die geen PTSS heeft. Weel je meer lezen over de impact van PTSS op het brein, lees dan dit bericht.

heeft veel impact op het fysieke lichaam. Zo hebben mensen met PTSS een grotere kans op hart- en vaatziektes, auto-immuunziektes. Daarnaast kan de continue stress die in het hoofd en lichaam aanwezig zijn zorgen voor een veelvoud aan andere klachten, zoals: problemen met je immuunsysteem, spijsverteringsproblemen, problemen met je bloeddruk, pijnklachten.

Bovengenoemde beschrijving is niet volledig. Iedere persoon met PTSS kan een variatie op de beschreven klachten en/of andere klachten ervaren. Het is goed om bij iedere klacht die je hebt, na te gaan of deze mogelijk gelinkt is aan de PTSS of dat het een unieke, op zichzelf staande klacht is.

Een voorbeeld ter illustratie: Heb je last van een verkoudheid dan kan dit eenmalig zijn. Maar komt het steeds terug, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld frequent tranende ogen en holtes die verstopt of ontstoken zijn, dan kan het zijn dat dit komt omdat je systeem voortdurend onder druk staat. Je kunt dan mogelijk een oplossing voor je klacht zoeken, maar het is goed je er dan ook bewust van te zijn dat je de klacht wellicht niet helemaal of helemaal niet op kunt lossen, omdat de oorzaak geen virus of bacterie is maar iets anders, namelijk de PTSS. 

Uit eigen ervaring weet ik inmiddels dat heel veel klachten die ik heb niet op zichzelf staan, maar gerelateerd zijn aan de PTSS. Dit heeft me wel vele jaren en heel veel onderzoek gekost. Ook omdat veel medici gewend zijn alleen in hun eigen specialisme te kijken en geen verbindingen met andere zaken te leggen.

PTSS ontstaat door blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld. Dit kan op diverse manieren gebeuren:

  • Doordat je de gebeurtenis zelf ondergaat.
  • Doordat je getuige bent van de gebeurtenis.
  • Doordat je herhaaldelijk een psychotraumatische gebeurtenis ondergaan hebt of eraan blootgesteld bent.

 

Er moet sprake zijn van een aantoonbaar/zichtbaar lijden en/of beperking in de sociale interactie met anderen.

Er zijn diverse soorten PTSS:

  • Acute PTSS
  • Enkelvoudige PTSS
  • PTSS met dissociatieve symptomen
  • Chronische PTSS
  • Complexe PTSS
  • Comorbide PTSS

Heb je complexe PTSS (C-PTSS), dan heb je naast de PTSS symptomen ook nog last van problemen met:

  • je eigenwaarde en zelfbeeld
  • sociale interactie met andere mensen; denk aan het onderhouden en behouden van (vriendschaps en liefdes) relaties
  • het reguleren van je emoties.

Als je (C)PTSS niet behandelt, dan kan het levensbedreigend worden, zowel fysiek als geestelijk. Fysiek omdat je door (C)PTSS meer risico hebt op:

  • hart- en vaatziektes
  • chronische slaapgebrek/problemen
  • problemen met je immuunstelsel
  • chronische pijnklachten
  • maag-, darm- en spijsverteringsklachten


Psychisch loop je meer risico op:

  • depressies
  • angststoornissen
  • een burn-out
  • verslavingen
  • zelfmoordneigingen

PTSS ontstaat na een traumatische ervaring. Maar niet iedereen die een traumatische ervaring ondergaat, ontwikkelt PTSS. Dit wordt mede beïnvloed door onder andere iemands persoonlijkheid, de opvoeding/kindertijd, een voorgeschiedenis van eerdere traumatische ervaringen, gebruikt iemand of heeft iemand in het verleden verdovende middelen gebruikt, heeft de persoon in het verleden of nog psychische aandoeningen.

nl_NL

Let's make it official.

Join us!

Bedankt voor je aanmelding.
Ik wens je veel leesplezier toe!

Hartelijke groet,

Handtekening van Anne in zwarte tekst