Om uit te leggen welke invloed een trauma op de hersenen heeft en wat er gebeurt in de hersenen bij iemand die PTSS heeft, begin ik met een beknopte uitleg over het menselijk brein en de verschillende zenuwstelsels die het lichaam heeft. Dit zorgt ervoor dat je een beter begrip krijgt van hoe de hersenen werken bij iemand die kampt met PTSS.
Het menselijk brein bestaat uit drie delen:
Hersenen zorgen er onder andere voor dat je kunt communiceren, bewegen, nadenken, je zintuigen en je geheugen kunt gebruiken. Daarnaast maken hersenen hormoonstoffen aan, regelen ze de bloeddruk en lichaamstemperatuur, dat je kunt ademhalen en je hart klopt. Deze laatste vier zaken worden aangestuurd door het autonome zenuwstelsel.
Het menselijk brein, ook wel de hersenen, vormt samen met het ruggenmerg het centrale zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel ontvangt en verwerkt informatie vanuit de omgeving en het lichaam. Daarnaast verbindt het verschillende gebieden in de hersenen met elkaar en zorgt het voor verbinding van de hersenen met de rest van het lichaam. Zo kan het brein met het lichaam communiceren. Het centrale zenuwstelsel kun je bewust (aan)sturen.
Daarnaast is er het perifere zenuwstelsel via welke de verbinding en communicatie van het brein naar het lichaam verloopt. Dit bestaat uit een netwerk van zenuwen: hersenzenuwen, ruggenmergzenuwen en alle andere zenuwen die door het lichaam lopen. Dan is er nog het autonome zenuwstelsel werkt zelfstandig en onwillekeurig; je kunt hier niet direct invloed op uitoefenen. Het autonome zenuwstelsel regelt vrijwel alle onbewuste functies en processen in het lichaam. Denk bijvoorbeeld naast de hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur aan de spijsvertering, de energieproductie en de stofwisseling.
Het autonome zenuwstelsel dat uit twee systemen bestaat: het sympathisch zenuwstelsel en het parasympatisch zenuwstelsel.
Eenvoudig gezegd kun je stellen dat het sympathisch zenuwstelsel voor de actie in je lichaam zorgt en het parasympatisch zenuwstelsel voor de rust. Als je lichaam in de actiemodus staat, en het sympathisch zenuwstelsel actief is, dan ben je in staat om te overleven. Om dit te kunnen doen worden in de bijnieren, die onderdeel uitmaken van het sympathisch zenuwstelsel, de volgende hormonen aangemaakt: adrenaline, noradrenaline en cortisol. Deze hormonen fungeren als boodschappers naar je hersenen, zodat deze weten dat ze in actie moeten komen. De hormonen zorgen ervoor dat de hartslag stijgt, de bloeddruk omhoog gaat en je sneller gaat ademen: je lichaam bereidt zich voor op het gevaar. Hier is veel energie voor nodig en het werkt uitputtend voor zowel het lichaam als het brein.
Zodra het gevaar geweken is, komt het parasympatisch zenuwstelsel in actie. Het parasympatisch zenuwstelsel zorgt ervoor dat je hartslag weer daalt, je bloeddruk omlaag gaat en je spieren kunnen herstellen van de inspanning. Het parasympatisch zenuwstelsel maakt je lichaam en brein weer kalm en ontspannen; zo kun je herstellen van de inspanning.
Je hersenen zijn uitgerust met een alarmsysteem dat reageert als je een bedreiging waarneemt. Dit alarmsysteem helpt je om te overleven. In geval van een bedreiging worden alle niet-noodzakelijke functies in de hersenen en het lichaam uitgezet en ligt de focus op overleven. De amygdala (amandelvormig gebied in het limbisch deel van het brein) reageert als eerste en activeert het hormoon noradrenaline; dit hormoon versnelt je ademhaling, vertraagt je hartslag en verhoogt je bloeddruk. Het zorgt ervoor dat je in actie kunt komen. De amygdala is de alarmbel in je hersenen die ervoor zorgt dat je één van de vier overlevingsstanden kiest: vechten, vluchten, bevriezen of volgen. Bij de eerste twee standen ga je de confrontatie aan of vlucht je weg van het gevaar. Bevries je, dan kun je letterlijk niet meer bewegen; je kunt dus niet vluchten van het gevaar of er tegen vechten. En bij de ‘volgen’ modus heb je de neiging de persoon die het gevaar veroorzaakt te behagen, een prettig gevoel te geven.
De amygdala communiceert met andere delen van de hersenen, waaronder de hypothalamus en de prefrontale cortex. De hypothalamus maakt het hormoon cortisol aan en de prefrontale cortex beoordeelt of het lichaam ‘aan’ moet blijven staan (omdat het gevaar nog steeds dreigt) of weer tot rust kan komen. De prefrontale cortex is het remsysteem in de hersenen.
Ieder mens reageert anders op een situatie met gevaar. Zo zal de ene persoon gaan vechten, kiest een ander ervoor om te vluchten en een derde persoon bevriest in de situatie of wordt volledig volgzaam. Dit is geen bewuste keuze die je zelf maakt, maar een primaire, instinctieve reactie. Het autonoom zenuwstelsel reageert en bepaalt hoe jij handelt in een gevaarlijke situatie.
Bij iemand die PTSS heeft, zijn de systemen als het ware verstoord en werken ze afwijkend. Het overlevingssysteem dat aangevoerd wordt door de amygdala is zeer gevoelig afgesteld; het wordt bij het minste of geringste getriggerd en geactiveerd. Het sympathisch zenuwstelsel wordt actief en het lichaam gaat in de overlevingstand. Tegelijkertijd werkt de prefrontale cortex onvoldoende waardoor de rem in de hersenen niet meer (volledig) aanwezig is. Dit proces kost heel veel energie. Dat is op zich geen probleem als het kortdurend zou zijn, want dan krijgt het lichaam daarna de kans om te herstellen.
Maar bij mensen met PTSS staat het lichaam voortdurend in de overlevingsstand en zo ontstaat er een disbalans tussen het sympathisch en het parasympatisch zenuwstelsel. Doordat het lichaam te vaak en te lang in de actie-modus staat, komt het onvoldoende of niét tot rust. Het lichaam herstelt niet meer. Er wordt enorme roofbouw op het lichaam gepleegd waardoor zowel het lichaam als het brein uitgeput raken, met alle lichamelijke en geestelijke gevolgen van dien.
PTSS heeft een ingrijpende impact op de hersenen en kan zorgen voor structurele veranderingen in de hersenen. In sommige delen van het brein zorgt PTSS voor hyperactivering, terwijl andere gebieden juist minder actief (hypoactief) worden. Zo raken de cortex cingularis anterio en de amygdala overprikkeld, terwijl de hippocampus, de rechter gyrus frontalis inferior, de prefrontale cortex en de dorsolaterale PFC juist minder actief worden of soms helemaal geen activiteit meer vertonen.
De hippocampus hoort bij het limbisch brein en speelt een rol bij het geheugen; het vermogen om dingen op te slaan. Daarnaast is de hippocampus belangrijk voor ruimtelijk oriëntatie. Een grotere hippocampus zorgt vaker voor een groter ruimtelijk inzicht. Verder helpt de hippocampus om emoties te reguleren en speelt het een belangrijke rol bij het vertonen van gewenst sociaal gedrag.
De amygdala hoort ook bij het lymbisch brein en is onder meer betrokken bij stress regulatie: de amygdala is in staat een emotie aan een bepaalde stress situatie te verbinden. Dit vergroot de kans dat je een soortgelijke stresssituatie in de toekomst herkent en ander gedrag vertoont om de stress en bijbehorende emotie te vermijden.
De prefrontale cortex (PFC) bevindt zich in de frontale kwab van de hersenen en speelt een belangrijke rol bij de regulatie van gedachten, acties en emoties. Denk bijvoorbeeld aan het maken van keuzes, impulscontrole, (werk)geheugen, organiseren en plannen, problemen oplossen en het interpreteren van emoties.
De cortex cingularis anterio (ACC) ligt in de prefrontale schors van de hersenen en is onder andere betrokken bij diverse cognitieve functies zoals het nemen van beslissingen, de verwerking van emoties, empathie en conflicthantering. Verder speelt de ACC een rol bij de registratie van pijn in het lichaam, het emotioneel bewustzijn en de regulatie van de bloeddruk en hartslag.
De rechter gyrus frontalis inferior zit in de prefrontale kwab van de hersenen en is onder andere betrokken bij grammaticale zaken en risicobeheersing.
Bij mensen met PTSS wordt dat deel in de hersenen dat een overlevingsreactie uitlokt (vechten, vluchten, bevriezen of volgen) overprikkelt en reageert het veel sterker dan gemiddeld; vaak te sterk in verhouding tot het gevaar dat dreigt. En het deel dat weer de rem op de systemen moet gooien, reageert juist niet sterk genoeg, zodat het lichaam onvoldoende of niet meer tot rust komt.
Door PTSS veranderen processen en functies in de hersenen.
Zo wordt teveel en te langdurig het hormoon noradrenaline aangemaakt doordat de amygdala te sterk reageert. Het gevolg is dat iemand over-alert is (hij staat voortdurend ‘aan’) en onvoldoende meer kan ontspannen. Dit leidt onder meer tot slaapproblemen, waardoor het lichaam niet meer goed kan herstellen (dit gebeurt namelijk voornamelijk tijdens de slaap). Een bijkomend gevolg van altijd ‘aan’ staan is, dat iemand overdreven heftig reageert in verhouding tot wat er gebeurt in een situatie; de emotionele ervaring in de hersenen voelt gelijk aan die van het trauma, terwijl de situatie in werkelijkheid vaak minder heftig en ingrijpend is. Maar de hersenen ervaren dus wel dat de situatie net zo erg is als die van het trauma.
De prefrontale cortex, belangrijk voor onder meer de ratio en besluitvorming, kan doordat hij minder goed werkt, ervoor zorgen dat iemand moeilijker rationeel kan denken. De prefrontale cortex helpt bij het reguleren van emoties: het is in staat de paniekreactie, die door de amygdala aangezet wordt, af te remmen wanneer blijkt dat een situatie toch niet zo bedriegend is als de persoon in eerste instantie dacht. Bij iemand met PTSS is de prefrontale cortex niet altijd in staat om dit te doen.
Een andere gevolg is een verminderde werking en/of verkleining van de hippocampus. Werkt de hippocampus minder goed of is deze kleiner, dan heeft dit invloed op de wijze waarop iemand herinneringen opslaat en oproept. Je kunt het vergelijken met de harde schijf van een computer. De hippocampus stuurt informatie naar de harde schijf. Dit gebeurt ook in het geval van een trauma. Alleen wordt de informatie, omdat de gebeurtenis zo overweldigend is, dan niet volledig en correct naar de harde schijf gestuurd. Het gevolg is dat de persoon moeite kan hebben bepaalde details van het trauma te herinneren of juist veel denkt aan het trauma, omdat de hippocampus hard werkt om het geheel te begrijpen. Zo krijgt de persoon flashbacks van de traumatische ervaring(en) en vervormende negatieve overtuigingen.
De combinatie van een overactieve amygdala, een niet- of traag-werkende prefrontale cortex en een haperende hippocampus creëert chaos in de hersenen. Je kunt het vergelijken met de volgende situatie: volgas op de autosnelweg rijden en er dan achter komen dat de remmen niet werken. Alle drie zijn betrokken bij processen van emoties, besluitvorming, nadenken en het geheugen. Iemand met PTSS kan tegelijkertijd:
Tot slot zorgt een verminderde werking van de rechter gyrus frontalis inferior ervoor dat iemand vaker impulsief en/of risicovol gedrag vertoont.
Dit zijn slechts enkele veranderingen die zich kunnen voordoen in de hersenen van iemand die PTSS heeft. PTSS, en zeker CPTSS, kan voor mensen die ermee kampen een levenslang probleem zijn, al dan niet met (ernstige)hersenbeschadiging. Benieuwd wat het voor mij betekent om te leven met PTSS? Lees hier mijn verhaal.
Deel dit bericht
Categorieën
© Hello this is me
Bedankt voor je aanmelding.
Ik wens je veel leesplezier toe!
Hartelijke groet,